10 redenen waarom leerkrachten autismetraining kunnen gebruiken

Naar school gaan met autisme

Voor mensen met autisme is het niet altijd evident om naar school te gaan. De rumoerige klassen, te dicht op elkaar gepropte leerlingen, lawaaierige klasgenoten, … zijn er vaak te veel aan. En dan hebben we het nog niet over de leerkracht die soms roept om de orde in de klas te bewaren.

Leerkrachten krijgen allerhande trainingen, maar autismetraining is er geen van. Oké, het wordt misschien wel eens terloops vermeld in een cursus, maar dat is het dan ook. Leerkrachten worden vooral getraind in hun vak(ken), leren omgaan met “normale” kinderen en trachten het grootste potentieel uit ieder kind te halen.

En dan zit er zomaar iemand met autisme in hun klas. Je ziet ze al bang kijken en denken: “Wat gaat dat geven? Hoe erg gaat het zijn? Lap, weer eentje met speciale noden.”

Speciaal voor leerkrachten geef ik hier 10 redenen mee waarom leerkrachten autismetraining kunnen gebruiken.

Kinderen met autisme zijn in sé niet anders dan kinderen zonder autisme. Zij hebben hun karakter, eigenaardigheden, wensen, goede en mindere goede eigenschappen, favoriete leerkrachten, favoriete vakken, … net zoals kinderen zonder autisme. Met andere woorden: zij zijn een individu, net zoals ieder van ons. De behoeften van kinderen met autisme liggen echter wel anders dan van kinderen zonder autisme.

Indien u leerkracht bent, beschouw deze blog dan niet als een aanval op uw kunnen, kennis en manier van werken in de klas. Beschouw hem eerder als een leidraad over hoe het is om te leven met autisme, wat leerlingen met autisme kan helpen tijdens hun schooltijd en hoe een aantal van deze zaken uw leven als leerkracht eenvoudiger maken.

10 zaken die je moet weten als je een kind met autisme in je klas hebt:

Tien 1.png
  1. Sla niet in paniek wanneer men u vertelt dat er voortaan een leerling met autisme in uw klas komt te zitten. Niet ieder kind met autisme is een dwarsligger die over de grond rolt, de klas op stelten zet en u tracht te slaan. Integendeel. Hoe beter u begrijpt wat autisme precies inhoud en wat de ongemakken van deze kinderen zijn, hoe beter u begrip hiervoor kunt opbrengen. Informeer u hierover eens. Lees een boek over autisme; liefst eentje geschreven door iemand met autisme zelf. Er is nog teveel onwetendheid over dit topic. Onwetendheid kan angst inboezemen.

  2. Quasi alle kinderen met autisme hebben last van randgeluiden. Het feit dat ze zich niet goed kunnen concentreren heeft daar vaak mee te maken; Een vogeltje dat buiten fluit, iemand die knippert met zijn balpen, een medeleerling die kucht, … zijn allemaal geluiden die iemand met autisme heel goed opvangt, terwijl die geluiden aan kinderen zonder autisme vaak zomaar voorbijgaan. Laat het kind gerust oordopjes of een koptelefoon gebruiken tijdens opdrachten waarbij het zich moet concentreren. Het brengt hen alleen meer rust en u minder ergernis.

  3. Wees niet verbaasd als een kind met autisme begint te huilen wanneer u een leerling tot de orde roept. Kinderen met autisme kunnen niet altijd het onderscheid maken of de leerkracht boos is op hen of iemand anders. Zij kunnen dit soms aanvoelen als een aanval, terwijl ze echt niets fouts gedaan hebben. Enige verduidelijking kan dan helpen. Zo weet het kind met autisme dat het tot de orde roepen niet echt voor hem/haar bestemd was, maar wel voor de leerling die zich niet flink gedroeg.

  4. Kinderen met autisme zetten zich soms heel hard in, terwijl deze inzet zich niet vertaalt in punten. Heel vaak ligt taal aan de basis hiervan. Bepaalde leerstof, taken, toetsen, examens, … kunnen twijfel oproepen door de manier waarop de leerstaf aangeboden wordt of vragen gesteld worden. Kinderen met autisme nemen taal letterlijk en laat taal dat nu net niet altijd zijn. Hen laten aanvoelen dat ze niet hun best gedaan hebben is niet de meest strategische tactiek om hen aan te manen zich wat harder in te spannen. Integendeel! Ze zullen zich heel onfair behandeld voelen. Wat helpt wel? Een keertje extra uitleg geven, vragen toelichten of met hen overlopen, vragen of ze wel alles goed begrepen hebben, …

  5. Zaken positief benoemen doet wonderen voor kinderen met autisme. Op deze manier komt de over te brengen boodschap niet super hard binnen. Zo klinkt: “Je hebt een voldoende gehaald. Dat betekent dat je al heel wat weet, maar ook dat er nog wat extra te leren valt.”, veel minder hard dan: “Je hebt maar net voldoende gehaald. Dat is niet zo goed. Het moet een volgende keer zeker beter zijn, anders haal je het niet.” Op zich betekenen beide boodschappen dat een 5/10 halen juist voldoende is en er extra kennis dient te zijn, maar klinkt de eerste boodschap zachter, terwijl de 2de boodschap veel negatiever klinkt.

  6. Kinderen met autisme zijn vaak naïef eerlijk. Dat betekent dan ook dat ze zaken gaan doen volgens het boekje en niet buiten de lijntjes kleuren. Zo hebben leerlingen met autisme tijdens de examenperiode soms nood aan een extra toilet moment (biobreak), doordat de zenuwen door hun lijf gieren. Dit moment dient hen eigenlijk gegund te worden. Door hun eerlijkheid gaan zij niet proberen te spieken, maar echt dat moment gebruiken om te doen wat nodig is. Het niet toelaten van naar toilet te gaan, zorgt ervoor dat zij zodanig focussen op een “ongelukje in de broek” in plaats van op hun examen. Vaak leveren zij dan ook examens niet compleet ingevuld in, overlopen zij het examen niet meer en kunnen ze alleen maar trachten zo snel mogelijk uit de klas te zijn om toch dat “ongelukje in de broek” niet voor te hebben. Dat kan niet de bedoeling zijn. Wie zijn/haar leerlingen goed kent, weet echt wel wie een toiletbezoek zou misbruiken en wie niet.

  7. Geef ze een kans tijdens een mondelinge presentatie. Heel wat kinderen met autisme moeten een serieuze drempel overwinnen om voor de klas een presentatie te geven. Een leerling die een raar gezicht trekt, een andere leerling die lacht, wat rumoer zonder te weten waarom, … zijn allemaal blokkers. Vaak zijn leerlingen met autisme al niet zo sterk in taal, komen ze wat houterig over en een foutje in een presentatie wordt zo helemaal uitvergroot. Hen de kans geven om de presentatie voor jou te geven in plaats van de hele klas te moeten aankijken, kan al zorgen voor een groot verschil. Je zal merken dat je leerling met autisme helemaal openbloeit, zeker als het een zelfgekozen onderwerp mag zijn, wanneer hij/zij niet iedereen hoeft aan te kijken. Dit zorgt ervoor dat hun durf om een presentatie te geven groter wordt en naarmate ze ouder worden en hierin groeien, zal het hen minder moeilijk vallen een hele klas aan te kijken.

  8. Klassen zijn niet afgestemd op kinderen met autisme. In prikkelarme ruimtes functioneren zij namelijk veel beter. Een leerkracht kan het beste uit een leerling met autisme halen door hem/haar vooraan in de klas te zetten. Zo ziet de leerling immers niet wat er achter hem/haar gebeurt en heeft hij/zij er bijgevolg ook geen last van. Dit komt de concentratie alleen maar ten goede. Check mijn blog die hierover gaat.

  9. Ongekend is onbemind. Kinderen met autisme zijn misschien niet de meest aanhankelijke kinderen, maar zij waarderen heel vaak een stevige aai over hun bol. Daar kunnen ze net zo hard van genieten als kinderen die genieten van een gewone knuffel. Opgelet! Kondig wel aan wat je gaat doen. Hen ermee overvallen kan immers angst en ongemak veroorzaken.

  10. Regelmaat en duidelijkheid. Er is niets waar kinderen met autisme zo van houden als van regelmaat en duidelijkheid. Aan verwarrende boodschappen hebben ze niks. Het brengt hen helemaal van de wijs en dat is nu net wat we willen voorkomen. Een toets aankondigen en ze dan niet geven, zeggen dat een overhoring zal plaatsvinden aan het begin van de les om ze uiteindelijk te laten doorgaan aan het einde van de les, zeggen dat kinderen 15 minuten krijgen om te oefenen en na 12 minuten al stop zeggen, … zijn zaken waar kinderen zonder autisme misschien niet echt over struikelen, maar kinderen met autisme doen dat des te meer. Zo erg dat het hen zelfs ontzettend boos kan maken. Misschien toch even nadenken of wat u zegt ook daadwerkelijk overeenstemt met wat u doet.

Zo… Hopelijk hebben jullie wat aan dit artikel. Het is in ieder geval met de beste bedoelingen geschreven. Autisme is immers niet iets wat zomaar overgaat zoals een gewone verkoudheid.

Kinderen met autisme kunnen opgroeien als mensen met uitzonderlijke talenten en vergeet niet, ook jij zal er dan je steentje aan bijgedragen hebben. Hoe fijn is dat!

Fijne groet.
Karine

Vorige
Vorige

Waarom iedere school een prikkelvrije ruimte zou moeten hebben

Volgende
Volgende

Doemdenken, daar zijn kinderen met Asperger een kei in