Word een sterke auti-juf of meester in 7 stappen

Autisme in de klas

Nu er meer en meer awareness gecreëerd wordt voor autisme en ook het spectrum uitgebreid is (zie DSM-5), krijgen kinderen en jongeren steeds vaker te horen dat zij een ASS of autismespectrumstoornis hebben.

Hierdoor heb je als leerkracht steeds vaker een kind met een leerstoornis of ASS in jouw klas, zeker gezien de overheid hard inzet op het volgen van gewoon onderwijs voor deze kinderen via STICORDI maatregelen en het M-decreet voorzien in aanpassingen/hulp met betrekking tot het volgen van les alsook tijdens het maken van taken, toetsen en examens.

Voor beperkte informatie over wat autisme is, kan je terecht op Wikipedia of in mijn blog over de diagnose van autisme.

Auti-kindjes in de klas zijn geen lachertje

Autisme komt in gradaties, dat is ook de reden dat men vandaag over een autismespectrumstoornis of ASS spreekt. In de volksmond noemt men het echter nog steeds autisme.

Aangezien een ASS in gradaties voor komt, betekent het dat niet alle kinderen of jongeren dezelfde symptomen hebben. Zet honderd kinderen of jongeren met autisme naast elkaar en je krijgt honderd verschillende verhalen. Yep! Dat maakt het werk van een leerkracht er niet bepaald eenvoudiger op.

Als je daar bovenop nog enkele kinderen met dyslexie, dyscalculie, ADHD, … in de klas hebt, wordt het wel een hele uitdaging om nog effectief les te geven als je met dit alles moet rekening houden.

Toch kan ook jij, als leerkracht, een positief verschil maken voor kinderen met een ASS.

Hoe je als leerkracht een échte auti-juf of auti-meester wordt

Eerst en vooral toch even melden dat enig inzicht en informatie over wat een autismespectrumstoornis precies is, geen overbodige luxe is. Het is namelijk ontzettend belangrijk dat je begrijpt wat er in het hoofdje van een kind of jongere met ASS omgaat, voor zover dit al zou lukken. Communicatie is namelijk niet de sterkste kant van iemand met autisme, laat staan dat ze jou haarfijn kunnen uitleggen hoe ze zich voelen of wat er scheelt. Je eventjes inlezen is een stap in de goede richting.

Wil jij zo’n juf of meester zijn die het verschil maakt voor een kind met autisme? Lees dan hieronder hoe jij een persoon wordt die hun leven net dat tikkeltje aangenamer maakt.

Daarom deze 7 stappen om te leren hoe jij een sterke auti-juf of -meester wordt:

EM - Blog - Emoticons 1.png
  • Het is zeer handig om ‘s morgens, bij het binnenkomen, het kind met autisme te laten vertellen hoe het zich voelt. Dat kan heel eenvoudig, namelijk door hem/haar te laten aantonen aan de hand van een emoticon, hoe het zich voelt. Je kan starten met de meest eenvoudige emoji’s: een blij gezichtje, een neutraal gezichtje of een verdrietig gezichtje. Je kan hier meer over lezen in mijn blog over hoe emoticons mensen met autisme kunnen helpen. Bovendien kan je dit doortrekken naar de volledige klas. Zo weet je onmiddellijk welk kindje je even apart kunt nemen omdat er “iets” scheelt.

  • Wees steeds alert voor veranderingen in het humeur van het kind/de jongere met autisme. Los van het feit dat zij al met heel wat gevoelens en uitdagingen te kampen hebben, kan ook een dag naar school gaan, heel wat van hen vergen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het hen soms even te veel wordt.

    Merk je dit op bij een van jouw studenten, las dan een time-out in. Tijdens zo’n time-out kan het kind/de jongere met autisme eventjes het klaslokaal verlaten om een kalmere plek op te zoeken. Dat kan zowel de gang zijn, als de speelplaats of een prikkelarme ruimte.

    Meestal volstaan enkele minuutjes om de ergste stress te laten wegebben. Spreek af hoelang de time-out mag duren. Zeg niet “eventjes”, maar spreek duidelijk het aantal minuten af.

  • Schrijf steeds op bord wat de opdrachten, taken, toetsen zijn die het kind/de jongere met autisme moet maken/instuderen. Het is voor een persoon met autisme namelijk zeer moeilijk om zijn/haar aandacht erbij te houden, terwijl andere studenten hun boekentas aan het maken zijn en al met hun stoelen aan het schuiven zijn om de klas te verlaten.

    Zo kan het gebeuren dat een student niet begrepen/onthouden heeft wat hij/zij moet doen/leren de komende dagen. Door op het bord te noteren wat er dient gemaakt of geleerd te worden, heeft het kind/de jongere met autisme een duidelijke (visuele) boodschap gekregen. Hij/zij moet immers in de agenda schrijven wat er dient gedaan te worden.

    Het helpt hem/haar onthouden dat er van hem/haar iets verwacht wordt en jij hoeft je niet druk te maken omdat het kind/de jongere met autisme voor de zoveelste keer een taak niet gemaakt of een les niet ingestudeerd heeft.

Betekenis van het woord figuur.jpg
  • Leer het kind al een extraatje. Sommige woorden hebben meerdere betekenissen. Op een bepaald ogenblik gaat het kind/de jongere met autisme al één betekenis leren om dan enkele maanden/jaren later een andere betekenis te leren. Dit kan ontzettend verwarrend zijn en voor heel wat discussie zorgen. Je hebt hem/haar immers betekenis “X” geleerd, terwijl nadien door jezelf of een andere leerkracht gezegd wordt dat het betekenis “Y” is.

    Je kan hierop inspelen door aan het kind/de jongere met autisme te zeggen dat hij/zij vandaag reeds een eerste betekenis leert, maar dat hij/zij later nog een andere betekenis gaat leren. Het kind/de jongere zal dit ten zeerste appreciëren. Bovendien vermijdt het urenlang te moeten uitleggen waarom één woord meerdere betekenissen kan hebben.

    Je hoeft niet de hele uitleg te geven. Je kan gewoon melden dat er bijvoorbeeld voor een bepaald vak een hele andere betekenis aan een woord kan gegeven worden.

    Ik geef eventjes een voorbeeld. In het tweede leerjaar leert Eefje over figuren in het vak Nederlands. Meer bepaald leert Eefje over het type figuren die in sprookjes voor komen, zoals een fee, een kabouter, een boze heks, een prins, … Later, als Eefje wat ouder is, leert ze opnieuw over figuren. Ditmaal voor het vak wiskunde. Eefje denkt direct aan de figuren die ze ooit geleerd heeft tijdens het vak Nederlands. Hoe verwarrend is het voor haar als de juf wiskunde het heeft over cirkels, vierkanten, …

    Als ze nadien in de les godsdienst ook nog eens hoort over chocoladefiguren tijdens Pasen raakt ze helemaal van streek. Hoeveel betekenissen kan het woord “figuur” nu eindelijk hebben? En dan zwijg ik nog over “een goed figuur hebben”, “slechte figuren” die bestaan, enz.

    Als jij de leerling al eventjes op weg helpt, kan zijn/haar kennis van woorden op het juiste moment en tijdens de juiste les aangesproken worden, zonder dat de student in een paniekreactie schiet. Hij/zij werd immers al op voorhand verwittigd. Deze kleine verwittiging kan voor hen een wereld van verschil betekenen.

  • Werk met voorbeeldtoetsen. De kans bestaat immers dat het kind/de jongere met autisme zegt bepaalde vragen of oefeningen niet te kunnen oplossen omdat hij/zij “dit nog nooit gezien heeft”. Mensen met autisme denken niet altijd “out of the box”. Bij het aanbieden van een nieuw type oefeningen of vragen bestaat de kans dat de student deze niet oplost en bijgevolg ook zijn/haar punten ziet kelderen. Dit kan niet de bedoeling zijn.

    Uiteraard stoppen leerkrachten regelmatig eens een challenging vraag of oefening in een toets om te zien wie de sterkere leerlingen zijn. Dat is in bepaalde studiejaren ook nodig om te kunnen motiveren waarom een bepaalde studierichting wordt aan- of net afgeraden.

    Door hun autisme maken sommige studenten een slechte beurt waardoor hen onterecht een bepaalde studierichting wordt ontzegd die ze wel degelijk aankunnen. Dat is helemaal niet fair. Los van het feit dat ze al met zoveel ongemakken en uitdagingen kampen, gaat een bepaalde studiekeuze en bijgevolg ook levenskeuze bepaald worden door iets wat “niet neutraal” gemeten is, namelijk hun kennis.

    Wil jij iets positiefs bijdragen aan de studie of het leven van jouw student met autisme? Geef hem/haar dan voorbeelden.

  • Laat/leer het kind/de jongere met autisme gebruik maken van leermiddelen en mogelijkheden die ons onderwijs biedt om hen te ondersteunen in hun studie. Time-timers, aangepaste toetsen, hen iets langer laten werken aan een toets, hen in een hoekje laten zitten waar ze niet afgeleid worden, bij een opdracht de “to do’s” markeren met een fluostift zodat ze geen puntje missen, … Er bestaat een heel scala aan mogelijkheden die de zo broodnodige ondersteuning bieden die studenten met autisme kunnen gebruiken. Er is niets zo vervelend als een kind te zien mislukken terwijl hij/zij het wel degelijk kan, maar de leerkracht niet meewerkt om welke reden dan ook.

EM - Blog - Image block - Ik denk dat het mij niet lukt..png
  • Wees trots op hem/haar bij iedere stap vooruit. Net zoals voor kinderen zonder autisme, geldt dat positieve feedback een echte mentale boost kan geven en het vertrouwen kan versterken. Dit is iets wat studenten met autisme heel hard kunnen gebruiken. Focus op wat het kind wél kan in plaats van wat het nog niet kan. Steeds weer het negatieve benadrukken kan ervoor zorgen dat het kind in een neerwaartse spiraal terecht komt en zelfs de brui geeft aan zijn/haar studie. Dit hoeft echt niet zo te zijn.

    Door te vragen: “Wat denk je/wat voel je hierbij?”, kan je soms heel wat te weten komen. Ga met deze info aan de slag. Je zou zomaar eens heel versteld kunnen staan.

Ik hoop jou een beetje wijzer gemaakt te hebben over hoe je een student met autisme kan helpen. Een sterke auti-juf of -meester kan absoluut hét verschil maken. Je hoeft het niet altijd ver te zoeken. Soms volstaan een paar kleine ingrepen om de student met autisme een fijn studentenleven te bezorgen.

Groetjes,
Karine

Vorige
Vorige

Omdenken: de wereld bekijken in mogelijkheden

Volgende
Volgende

Motivatiekaartjes: de mentale steun die ieder persoon met autisme kan gebruiken